Witgestippelde knotsslak

Trinchesia sp. NL-1

Family
Trinchesiidae
Superfamily
Fionoidea
Suborder
Cladobranchia
Order
Nudibranchia
Superorder
Nudipleura
Subterclass
Ringipleura
Infraclass
Euthyneura
Subclass
Heterobranchia
Class
Gastropoda
Phylum
Mollusca
Kingdom
Animalia
Trinchesia sp. NL-1
Witgestippelde knotsslak © Peter H. van BRAGT
Trinchesia sp. NL-1
Eikapsel © Peter H. van BRAGT
Voedsel © Peter H. van BRAGT, microscopie foto

Lengte

5mm

Karakteristieke kenmerken

Zeer kleine, slanke zeenaaktslak met max. ongeveer 30 cerata. De voorste twee paar clusters met cerata vormen 2 transversale, laterale rijen. De voorste rij met vaak iets kortere en soms minder cerata dan in de 2de rij. De resterende cerata lijken in één warrig cluster op de achterste helft van de rug te staan. Een smalle band zonder cerata tussen de voorste 2 rijen met cerata en het achterste cluster. Rhinoforen en koptentakels met vier kleurbanden: aan de top een brede band met wit pigment; een vale, soms afwezige lichtbruine pigmentband; een witte pigmentband; en aan de basis een semitransparante band zonder pigment. Wordt hoofdzakelijk in de wierzone, bovenop zachte roodwieren aangetroffen.

Andere kenmerken

Lengte: max. 5 mm. De voorrand van de kop is afgerond en steekt een beetje uit. Smalle spitse staart zonder cerata. De rug, vlak achter de gladde rhinoforen is kaal zonder cerata. De zijkanten van de voorrand van de voet steken halfcirkelvormig gelobd uit. Ogen zijn duidelijk herkenbaar, als zwarte stipjes op de rug vlak achter de rhinoforen. Cerata zijn glad, naar boven toe enigszins verbreed, maar boven de vertakkingen van de middendarmklier weer smaller, met een stompe punt aan de top. Subcutaan in de top van de cerata is de cnidosac goed zichtbaar. Ook subcutaan, in de rug, is een gedeelte van de bruine middendarmklier zichtbaar. Ze verbinden longitudinaal de clusters met cerata. Rhinoforen en koptentakels zijn ongeveer even lang

Te verwarren met

Juveniele exemplaren van de Gestippelde- Rubramoena amoena en de Karmozijnrode knotsslak R. rubescensens. Deze soorten worden echter uitsluitend op de hydropoliep Haringgraat Halecium halecinum aangetroffen. De Noordelijke- Eubranchus rupium en Plompe knuppelslak E. exiguus en slanke knotsslak tergipes tergipes die op andere hydropoliepen worden aangetroffen.

Kleur

Lichaam is semitransparant wit. Tegen de achtergrond van de wieren waar ze op aangetroffen worden lijken de dieren grijswit te zijn. De licht- tot donkerbruine vertakkingen van de middendarmklier vullen ongeveer het onderste 2/3de tot 3/4de deel van de cerata. Top van de cerata is semitransparant, variabel bedekt met enkele witte pigmentvlekken, soms in de vorm van een onscherp begrensde ring vlak onder de top. Ook een ring met witte pigmentstipjes ter hoogte van de bovenzijde van de vertakkingen van de middendarmklier. Gehele lichaam en alle uitsteeksels zijn bedekt met witte pigment stippen. Op de kale staart minder stipjes. Aan de basis van de cerata variabele donkere tot bijna zwarte pigmentvlekken. Rhinoforen en koptentakels: aan de top een brede band met wit pigment; een vale, soms afwezige lichtbruine pigmentband; een witte pigmentband; en aan de basis van met name de rhinoforen een semitransparante band zonder pigment. Soms met 2 diffuse bruine banden op de rhinoforen.

Eieren

Over de vorm van de eiersnoeren is nog maar weinig bekend. In het Veerse Meer is in juni 2021, op roodwieren met massaal aanwezige slakjes, eenmalig een eiersnoer aangetroffen dat mogelijk van deze soort afkomstig was. Dit eiersnoer was een kort rond snoertje dat opgekruld op roodwier was afgezet. Mogelijk was het een cluster van meerdere korte eiersnoertjes, met relatief weinig embryo's: hooguit een paar honderd per snoer. Bij meerdere exemplaren die gedurende langere tijd in gevangenschap werden gehouden, werden ook geen eiersnoeren aangetroffen.

Prooi

Onbekend, mogelijk biofilm, periphyton, diatomeeën, Bacilariophyceae: alle bekende knots- en knuppelslakken uit de familie Fionidae voeden zich met hydropoliepen. Deze soort wordt hoofdzakelijk in de wierzone aangetroffen, waar nauwelijks tot geen hydropoliepen aanwezig zijn. Het is niet bekend wat, voor deze soort, de exacte prooisoorten zijn. De soort kan zich mogelijk voeden met de biofilm (periphyton, diatomeeën) die op de algen gevestigd zijn (Zie voedsel foto). In het Veerse Meer is de soort met name aangetroffen op het massaal voorkomende Veelvertakt pluimwier Dasysiphonia japonica, Viltwier Codium fragile en Japans bessenwier Sargassum muticum.

Endo- en Ectoparasieten

Er zijn momenteel nog geen bevestigde, geregistreerde Nederlandse waarnemingen bekend van copepode parasieten, op of in deze soort.

Seizoenstrend

Een exemplaar van deze soort is in mei 2017 voor het eerst in de Oostelijke Oosterschelde gefotografeerd. In juni en juli 2021 is het massaal, met mogelijk slechts één eiersnoer, in het Veerse Meer aangetroffen. Er zijn momenteel (2022) nog te weinig waarnemingen om een seizoenstrend voor een geheel kalenderjaar te beschrijven. Slakken zijn tenminste in het voorjaar tot in augustus waargenomen. Eiersnoeren mogelijk met name in het late voorjaar en de zomer. 

Verspreiding in Nederland

Eerste Nederlandse waarneming van een exemplaar in mei, 2017, bij Goudswaard, Oosterschelde. Daarna pas weer enkele exemplaren in juni 2021 bij Anna-Jacobapolder in de Oosterschelde. In juni t/m augustus 2021 massaal bij Dreischor, Bommenede, Den Osse en Herkingen in het Grevelingenmeer. In dezelfde periode ook massaal bij Wolphaartsdijk, Veerse Meer. Waarschijnlijk is deze soort al enkele jaren eerder in het Grevelingenmeer en Veerse Meer geïntroduceerd. Alle waarnemingen zijn van dieren die bovenop de roodwierzone, circa 0.5-3.5 m. diep, zijn aangetroffen. Mogelijk kan de soort ook elders in het Veerse Meer, Grevelingenmeer of in de Oosterschelde, in de wierzone van met name stromingsluwe gebieden, aangetroffen worden. Geen waarnemingen uit de Westerschelde, Haringvliet, Waddenzee, Noordzee of aangespoeld op de Noordzeestranden.

Verspreiding in Europa

Er zijn nog geen andere West-Europese waarnemingen bekend.

Opmerking

Deze soort is mogelijk nog niet wetenschappelijk beschreven en heeft daarom nog geen formele wetenschappelijke naam. Zo goed als zeker behoort de soort tot de familie van de Fionidae: knots- en knuppelslakken. Mogelijk tot het geslacht Trinchesia. Omdat de soort nog niet benoemd is, is het nog niet opgenomen in het World Register of Marine Species: http://www.marinespecies.org/.